In de nachtdienst ben ik,
en we horen op de radio, tijdens de nachtdienst steeds meer verhalen over
toenemende rellen in Amsterdam. Het is een warme nacht en de mensen op wie we
passen zijn wat onrustig. De eerste nachten dat het wat warmer wordt
slapen mensen onrustig en dat maakt dat we wat drukker zijn dan anders. We
lopen natuurlijk onze rondjes en maken de medicijnen klaar voor de dagdienst,
doen wat dingen voor de dagdienst als schoonmaken en ontbijtvoorbereiding. Na
een uur of 6 beginnen wij moe te worden maar komen er al wat mensen redelijk
uitgeslapen uit bed, of willen dat.
Mijn collega en ik zijn
twee leerling verpleegkundigen die in opleiding zijn om verpleger te worden.
Dat was indertijd nog een studie die zich vooral in werktijd afspeelde, je was
in dienst van het betreffende ziekenhuis en werd volgens een tabel betaald. De
anciënniteit zouden we nu zeggen bepaalde het salaris; niet de leeftijd maar of
je 1e, 2e of 3e jaarsleerling was
maakt de hoogte van het salaris, of de laagte van het salaris, het is hoe je
het bekijkt.
Het begint langzaam naar 7
uur te kruipen en er komt steeds meer beweging in het gebouw, mensen worden
wakker, willen gewassen, wat te drinken of gewoon aandacht. Het is dan ook een
bijzondere dag, zo begrijpen ook deze bijzondere mensen.
Zo tegen half acht komen de
vroege diensten voor de aflossing. Na verteld te hebben wat we die nacht niet
hebben beleefd nemen we afscheid en gaan richting station waar we tegen achten
aankomen.
Hé, gek, niemand anders van
de andere nachtdiensten heeft het blijkbaar gered zo snel de overdracht te doen
als wij. We staan vrijwel alleen op het station te wachten tot de trein van
8.10u komt om ons richting Arnhem te brengen.
Tamelijk melig komen we
tien minuten later het station van Arnhem uit gelopen waar het nog stil was.
Bijna niets op de been, geen gedoe en rust op het plein. Niet zeker wetende of
Café Meijers op dit tijdstip al open is lopen we vast die richting op. Via de
Korenmarkt toch maar even kijken daar, en verdomd; er waren al mensen aan het
werk om zich voor te bereiden op de dag; de Kroning van Bé tot Koningin van
Nederland, de abdicatie van Juliana.
We lopen tot op de hoek van
de Korenmarkt en de Lutherse straat. Op het gebouw daar wat volgens mij toen
een disco was hing een poster die ongeveer het volgende vertelde;
op zouden treden in de
Stokvishal ( ik weet niet meer of het die dag was) The Simple Minds.
![]() |
Soortgelijke poster |
Nu inmiddels een
wereldberoemde band maar toen helemaal niks. Aan het begin van hun carrière die
startte in 1977, en nu dus verzeild geraakt in Arnhem.
Wij lagen, van de meligheid
helemaal dubbel, the Simple Minds. Voor ons was toen de goede vertaling simpele
zielen en daar hadden we er die nacht al meer dan genoeg van gezien. Op de hoek
van de Korenmarkt en de Korenstraat ging een kroeg op, heel toepasselijk "
de Korenbar " geheten, alweer lachen dus met de eigenaar die onze lol
daarover niet helemaal begreep.
De man had een duidelijk
ochtendhumeur en niet gewend, zoals bij Meijers, om de kroeg vroeg open te
gooien.
Er werd wat muziek aan
gezet en het bier vloeide rijkelijk. Na een half uur kwamen er steeds meer
mensen binnen die Koninginnedag hier gingen vieren. Nu werken meligheid en
alcohol heel goed op elkaar en bij mij versterkt het elkaar behoorlijk, zo ook
bij mijn collega. Om het compleet te maken werd de televisie in de zaak aan
gezet om de Kroning, en het andere gebeuren, te kunnen volgen. Het andere
gebeuren, daarmee is gezegd de complete veldslag die in Amsterdam plaats had
gedurende de nacht en dag. "Geen woning, geen Kroning" was het credo
en dat werd nogal ver doorgevoerd. Hele veldslagen waren al gevoerd en werden
gevoerd, ook gedurende de Kroning, zo hoorde ik later.
Het gesundenes
Volksempfinden in die dagen was niet anders. Of u het Arnhems machtig bent weet
ik niet maar als u het bent moet u even voor zich uit zeggen; dat tuig, dat
geteisem. “ de zweep erover” enzovoorts.
Nu de sfeer wat
onvriendelijker werd in de richting die ik niet zo zag zitten, en na voldoende
inname van bier meende ik dat het tijd werd huiswaarts te gaan. Zo niet mijn
collega; het is nog zo gezellig riep ie, en neem er nog 1 van mij. Nou het is
mooi geweest voor mij, ik gaan naar huis. Tot vanavond hè, ik zie je dan weer,
welterusten alvast.
Naar huis en lekker slapen,
met al die alcohol lukte dat prima en met de radio zachtjes op de achtergrond,
waar nog steeds verslag werd gedaan van de veldslagen in Amsterdam viel ik al
snel in slaap.
Om 18u wordt ik gewekt door
het andere Klinkertje, even eten, journaal kijken en nog wat andere dingen
gedaan alvorens om 21.30u weer richting station te lopen om de trein naar het
werk op tijd te halen. Daar aangekomen wacht ik tot mijn collega ook aankomt.
Daar komt een taxi voor gereden en wie stapt eruit; jawel, de collega met een
enorme lap voor zijn hoofd.
Wat is er gebeurd vraag ik
aan hem. Ach, toen jij weg was heb ik nog een paar bier gedronken, wat
opmerkingen gemaakt en die vielen niet helemaal goed. Om maar niet te zeggen
dat ze helemaal niet vielen want ik heb een paar klappen opgelopen en een gescheurde
wenkbrauw was het gevolge. Naar de Eerste Hulp om te laten hechten; nee pijn
heb ik niet was ik was al goed verdoofd bij aankomst ( hij bedoelde de alcohol)
en ook de rest van de dag goed verdoofd door gekomen.
Nou is er wat bijzonders
vraagt hij aan de late dienst; nou eigenlijk niet voor nacht. Mooi, wegwezen
dan. Na het vertrek van de late dienst zegt hij; ik zal even de medicijnen
uitzetten. Dat is goed, prima.
Ik loop wel vast een ronde;
teruggekomen van de ronde zie ik dat de medicijnen zijn uitgezet en hij slaapt.
Moe van een hele bijzondere dag laat ik hem lekker een paar uur slapen,
welterusten Wouter.
Mooi geschreven Geert, een nachtdienst om nooit te vergeten, maar daar denkt Wouter denk ik anders over.
BeantwoordenVerwijderen