Mumford and Sons,
wat een heerlijke muziek zo ineens. Een lekkere verrassing voor mij, vooral
door de banjo. Vroeger in mijn klas speelde een meisje de banjo, en af en toe
mocht ze haar vorderingen laten horen. Nu was het voor ons, kinderen,een beetje
een rare. U begrijpt de redenatie vast wel, meisje niets en dus was een
banjo ook niets. Dat heeft ook lange tijd voor mij aan de banjo gehangen. In
mijn muzikale onbegrip dacht ik werkelijk dat de banjo vooral voor suffie’s was
en is, en dat vooral Country and Western muziek ermee werd gemaakt van de soort
die ik erg veel minder, om niet te zeggen, niet waardeer.
Wat ook niet
bijgedragen heeft aan de populariteit van de banjo in ons land is de bijdrage
van Jasperina de Jong en het liedje “ de Wandelclub” maar beter bekend als; “Jo
met de banjo”. Hierdoor de banjo nog veel oubolliger makend dan ie al was.
Wat een vreselijk lied, later nog eens uitgebracht door Sugar Lee Hooper,
erger kan bijna niet. Heel af en toe kom je ‘m per ongeluk tegen, op de radio
of als achtergrondje bij een documentaire.
Sprekende over
eind zestiger jaren, begin zeventig, toen kwam het liedje uit, waren
akoestische instrumenten op hun retour. Elektrisch moest het worden en
was de toekomst. De synthesizer stond op het punt uitgevonden te worden en de
Hammond orgels konden bijna naar het antiquariaat.
Het meisje van
toen schiet er niets mee op, het onbegrip voor haar wezen had niet alleen met
haar banjo te maken. Dat lag vooral aan de opstelling van haar ouders in de
buurt waarin ze woonde en die direct in de nabijheid van de school lag. De
familie had zich niet populair gemaakt, waarom weet ik niet meer. Wel dat zij
van haar ouders in de laatste klas van de lagere school ( basisschool heet dat
tegenwoordig) niet haar pasfotootje mocht geven aan één van de buurkinderen die
ook in onze klas zat. Het zou bestemd zijn voor zo’n kaart die je je leven bij
moet blijven en waarin alle pasfoto’s van je klasgenoten zaten. In de USA
noemen ze dat yearbook’s, geloof ik. Een dergelijk idee was het denk ik.
Maar flink
afgedwaald van de banjo terug naar Mumford and Sons en de banjo. De man die in
deze groep de banjo speelt doet dat met zo’n energie en overtuiging, daardoor
klinkt de banjo al direct honderd keer beter. Hij, de banjo, past vooral goed
bij de muziek die ze maken, of is het juist omgekeerd. Hoe dan ook, een
aanrader. Er wordt overigens op een hele mooie banjo gespeeld in dit nummer;
Little Lion Man. Gekozen vanwege het samenspel, en om de energie te laten zien
bij deze groep. Tekst; mwah.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten