Eigenlijk
mis ik nu nog een hoop om u te vertellen want in de rit naar Wembach kwamen we
nog in het centrum van Freiburg terecht, kwamen we nog langs de Titisee. Over
alles valt wel wat te vertellen, zo was het in Freiburg direct duidelijk dat de
stad bezit was van studenten, dat het een universiteitsstad is. Onderweg kwamen
we ook door het onvergetelijke Simonswald waar we in de plaatselijke speeltuin
nog een genoeglijk uurtje hebben beleefd met de jongens. Mooier nog is dat we
iets verder dan de speeltuin een weilandje ontdekten waar we nog gepicknickt
hebben tot de wespen ons ontdekten. Wel mooi, vlak aan een snel stromend water
was dit wel heel dicht bij hemels ( behalve die wespen dan). Mooie speeltuin
ook en dat kan daar dan nog; bij ons zou moord en brand geschreeuwd worden
vanwege overlast door geschreeuw, jongeren, afval, etc. Maar daar, midden in
het kleine stadje, daar kan het nog. Dat is toch een geruststellende gedachte
en geeft brandstof aan mijn hypothese over de overbevolkte rattenkooi waar ik
Nederland weleens mee vergelijk. Teveel mensen, te weinig ruimte en gek genoeg
zoeken die mensen elkaar ook nog op in de hele drukke Randstad. Maar goed, in
Simonswald kan het nog.
Deze
dag zijn we onderweg naar een symbool waar hele generaties inmiddels mee zijn
op gegroeid. Iets waar ze in het Amerika van de Verenigde Staten toch maar wat
jaloers op zijn en het daarom maar namaken. In die zin zijn de Amerikanen
weinig anders dan Oost-Aziaten; kopiëren en groter maken. Zo is het ook met dit
symbool want wie de verbeeldingen van de sprookjes volgens Disney kent, kent
ook dit symbool. Een prachtig kasteel, want dat is het symbool, op een berg
gelegen en torent boven alles en iedereen uit. Het wordt gebruikt in sommige
sprookjes van Disney net als Neuschwanstein in Beieren. Dit kasteel, genaamd Hohenzollern, is daar
ook een onderdeel van. Al op zo’n 15 kilometer van het kasteel zien we het
liggen, majestueus boven op een berg. De hoeder van de omringende dalen en
trekpleister van de omgeving zoals we al snel merkten. Er naar toe rijden
kostte geld voor de parkeerplaats en nog weer geld voor de pendelbus. Bij de
entree nogmaals betalen hielden we voor gezien want met twee kleine jongens
zo’n kasteel in leek ons geen wijs idee. Dus hebben de prinsessen en de ridders
het nu gedaan; van hen mochten we nog niet het kasteel binnen. Ach ja; iemand
moet de schuld hebben. We zijn wel een aanzienlijk eind weer zelf gedaald naar
de parkeerplaats, een heftige afdaling zou ik zeggen. Het was in ieder geval
een heftige klim aan een aantal hijgende postpaarden te horen die de klim wel
hadden gewaagd. Wel mooi hoor, dat kasteel maar zijn grootste charme heeft het
eigenlijk van een afstandje door de torens die dan goed zichtbaar zijn en zijn
ligging op die berg. Op de terugweg hebben we nog een paar keer in de buurt
gestopt om te kijken waarna we met een mooie rit weer naar het huisje zijn
gereden. Daar waar de jongens hun eerste Paula toetje scoorden en dat heel erg
lekker vonden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten