Wat
als je in plaats van doof blind bent? Wat als je in plaats van alleen armen
slechts alleen benen hebt. Wat als; zo kan ik nog een paar vergelijkingen
bedenken die allemaal scheef gaan want het makkelijkste antwoord is; niet
kiezen. We willen graag over alle functionaliteiten van ons lichaam beschikken
en dat is geen kwestie van wegstrepen. Dat is een kwestie van alles willen
behouden en zo lang mogelijk. Nu lijdt het lijf gedurende het leven enorm en
worden functies minder, hoe erg we ons er ook tegen verzetten. De tand des
tijds, onze gewoontes als roken en drinken en natuurlijk ziektes en defecten
zijn daar debet aan. Dat is ook wat het ouder worden bijzonder maakt want we
weten allemaal dat het ons een keer gaat treffen. Toch zien mensen dat meestal
niet zo en worden ze verrast door het proces van ouder worden en alles wat
daarbij hoort. Het voorbereiden op het ouder worden is een lastig proces en dat
zit vooral in je hoofd. In mijn hoofd ben ik nu en dan nog een jongeman van 20
maar alleen in mijn hoofd hoor. Het lijf voelt, af en toe, niet meer zo jong.
Nu heeft mijn broer, mien breur, malheur, grote tegenslag op het fysieke vlak.
Terwijl hij toch een redelijk gezond leven leidde; bijna niet gerookt, zeer bescheiden
met de alcohol en regelmatig bewegen treffen hem dingen die je een ander niet
zo toewensen. Daar ga ik geen uitgebreide beschrijving van geven maar fijn is
het allemaal niet om niet te zeggen dat we ( hij ) nog moeten afwachten of het
allemaal niet levensbedreigend is. Dat komt nu allemaal na een hele intensieve
periode waarin onze ouders zijn overleden, er bij ons zelf natuurlijk nog van
alles aan de hand was en net als je in rustiger vaarwater denkt te belanden
moet hem dat overkomen. Zo iets wat gewoon gebeurd en waar je geen invloed op
hebt. Waar hij overigens ook nog steeds niets van merkt in de zin van pijn of
een ander ongerief. Bizar is het dan toch als er aan je lichaam gesleuteld moet
gaan worden met een permanent gevolg. Iets waar je mee moet leren leven wordt
er dan gezegd. Dat is de relatieve hardheid van ons bestaan want in principe
hebben we allemaal goed te eten te drinken, onderdak etc. Die relatieve
hardheid van ons bestaan is vooral de onvoorspelbaarheid waarmee dingen
gebeuren en de mate waarin we ze kunnen accepteren in het tempo waarin het zich
voltrekt. Dat geldt ook voor breur die nu, alweer, in korte tijd veel
beslissingen moet nemen die de rest van zijn leven gaan beïnvloeden. Soms
bellen we even en praten we wat maar soms gaat het ook echt ergens over en de
laatste periode, zo kunt u zich voorstellen, gaat het altijd ergens over. Breur
is trouwens overgehouden aan de Groningse kant van onze familie. Als onze pa
ging telefoneren met een van zijn broers refereerde hij steevast daaraan als;
bellen met breur. Dat vind ik zelf nog steeds een soort liefkozende manier om het
over je broer te hebben en daarom; breur.
Gronings was natuurlijk ook Ede Staal en daarom een mooi nummer van hem.
Credo - Mien bestoan
Ik vroag de wind mor dij verstaait mie nait,
Ik vroag de zee dij zingt heur aigen laid,
Geef mie de nacht din heb ik onderdak,
Doarom, doarom zing ik.
Ik zai de vogels tegen d''oavendlucht,
Ik denk mien leven in n vogelvlucht,
Geef mie de nacht din heb ik onderdak,
Doarom, doarom zing ik.
Ik wait, der is n tied van komen,
En ook n tied van goan,
En alles wat doar tussen ligt,
Ja, dat is mien bestoan.
Veur d''ain duurt t leven veul te keurt,
Veur d''aander veul te laang,
d''Ain is blied dat t zover is,
En d''aander dij is baang.
Ik mis dij nait mer bie mie binnen,
t Wordt kolder om mie tou,
En in mien menselekhaid vroag ik mie of,
Woarom zo jong, zo gaauw?
Sums vuil ik mie gelukkig,
Din hang k aan mien bestoan,
Din zing ik mit de vogels met,
Din proat ik tegen de moan.
Din binnen we mit zien baaiden,
k Zet alle klokken stil,
En ik verneuk miezulf din weer
Want k wait dat dat nait wil.
t Geluk liekt sums zo hail dicht bie,
Din main ik dat t ter is,
En in mien aigenwiezeghaid,
Din griep ik altied mis, mis, mis...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten