zaterdag 12 december 2020

Eufemisme

Het is bijna een maand geleden dat, tijd voor een nieuw stukje schrijven. Mijn hoofd stond er niet naar en dat heeft vele oorzaken maar de hoofd- en bijzaken scheidend komt het er wel op neer dat de werksituatie, en alles wat daarmee samenhangt een behoorlijke wissel heeft getrokken. Niet Corona of het Coronabeleid had mij in de greep wat een langere afwezigheid natuurlijk ook zou kunnen verklaren maar andere zaken. Nu ik inmiddels langer dan twee jaren ben om medische redenen volgt er in Nederland; zoals u weet, een afkeuringsprocedure. Dat startte voor mij al in augustus en nu, gedateerd 1 december kwam de finale boodschap; ik hoef niet meer aan werk te denken, kan het ook niet. Het laatste half jaar, grofweg, heeft in het teken gestaan van het 2e spoor. Juist; geen enkelspoor, geen dubbelspoor maar het 2e spoor. Dat wil zoveel zeggen dat ik, met hulp, kijk of ik nog weer ergens aan de slag zou kunnen. Nu gaat het fysiek de laatste periode steeds wat minder en in combinatie met mijn ziektegeschiedenis waarvan de insiders wel weten dat die niet gering was, leidde dat tot de conclusie zoals ik al meldde. We zijn nu bijna richting half december en dus heeft dit bericht twee weken de tijd gehad om te rijpen en zijn weg in mijn brein te vinden. Dat zijn hele processen waarin het feit dat ik nooit meer naar mijn werk ga zijn weg in de grijze massa moest vinden. Nu groei je wel een beetje toe naar zo'n onafhankelijke conclusie maar toch heeft het nog even voeten in aarde voor het landt. Je kan het natuurlijk ook positief her-etiketteren zoals een van mijn dochters deed en het benoemen als een pré-pensioen, wat natuurlijk een prachtig eufemisme is. Langzaam landt het idee van nooit meer betaald werk en doen waartoe ik me die dag goed genoeg voor voel. Luisteren naar het lichaam en dat is, en was, nooit mijn sterkste kant. Altijd doorgaan was in alle omstandigheden het devies maar dat kan ik niet meer. Dat is voorbij en het potje energie is vaker leeg dan halfvol. Daarentegen biedt het natuurlijk wel nieuwe, aangepaste, kansen. Zonder op de achtergrond rekening te moeten houden met een werkgever is ook van een onvoorstelbare luxe. Natuurlijk ben ik ook de jongste niet meer en dat voel ik wel aan mijn lijf want de kop wil nog wel maar het lijf laat me in de steek. Tsja, en dat in het tijdsgewricht waarin we leven en mensen met 67 met pensioen gaan, in ieder geval dan de AOW ontvangen. Mijn vader ging zo'n kleine 35 jaar geleden met pré-pensioen, wat toen nog de VUT heette. Hij was toen precies 8 maanden ouder dan ik nu ben en daaraan kun je merken dat het andere tijden waren. Hij had natuurlijk, nog veel dan ik, veel fysiek werk gedaan, en zijn VUT was dan ook terecht en zeker voor hem,

mooi op tijd. Voor mij wordt het wennen de komende tijd want het andere Klinkertje en ik krijgen een ander soort leven, maar daaraan wennen we vast en zeker, of zeker en vast, zo u wil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten