Totaal onverwacht zijn het andere Klinkertje en uw schrijver een paar dagen weg geweest naar de mooie provincie Zeeland. We waren er wel vaker geweest voor een korte vakantie maar nog nooit in de nazomer. Telkens waren we er in maand december, in die maand is alles inmiddels kaal en waait de wind stevig door die provincie. We mochten dat in december 2013 meemaken toen Zeeland geteisterd werd door een westerstorm in combinatie met springtij. Nu is in Westkapelle een dijk die zij autostrand noemen maar het strand is dan volledig bestaande uit asfalt en basaltblokken. Bij eb zijn een paar kleine strandjes tussen de houten paalhoofden, maar dat is echt het strand. Als je op die dijk, vlak bij zee staat in je auto is dat al fantastisch maar als je diezelfde plek mag meemaken met de eerder beschreven storm is dat een unieke ervaring. Dit weekend zijn we er veelvuldig geweest om te genieten van de zee, haar geluid, haar geur en het uitzicht.
Op de af en toe voorbij varende boten, groot en klein, het was weer een fantastische ervaring en het spijt je dan dat we zover van zee wonen. Het is een rit, naar Westkapelle, van een slordige 250 km en dat is wel ver om een dagje op en neer te gaan, jammer genoeg. De eerste nacht waren we ingekwartierd in een luxe hotel ( cadeau gekregen, enorm dank nog) en de tweede nacht hebben we doorgebracht in een B&B in Serooskerke Walcheren. Voor ons de eerste keer, een B&B maar zeker een aanrader. Eigen kamer en goed ingericht met een heerlijk bed, in het hotel overigens ook. Ontbijten op de kamer en dat geeft wel meer privacy alleen het ontbijt in het hotel was veel uitgebreider met crepe’s, scrambled eggs en nog veel meer. Voor de alom aanwezige Duitsers was er ook Dinkelbrot en nog veel meer.
Het lied van Blöf, “hier aan de kust” klopt tekstueel als een bus;
Hier aan de kust, de Zeeuwse kust,
Waar eenieder onbewust
In het Duits wordt aangesproken
Dat overkwam ons telkens weer; receptie in de hal van het hotel en bij verschillende winkels gebeurde dat ook, zo dat mensen schrokken dat ze ineens een gewone Nederlander voor zich hadden. Hilarisch was het bijna maar; waar is waar; er waren ongelofelijk veel Duitsers. Het was veel drukker dan wij gewend waren uit onze ervaring in de december’s dat wij er eerder waren geweest. Toerisme tiert welig in Zeeland, ook in september waar het vooral de Duitse grijze golf was die de provincie overal te vinden was. IN het hotel maar ook heel veel Kampers, eh Campers bedoel ik natuurlijk. Miette mich stond er duidelijk op een van de geparkeerde campers aan de dijk die formeel Noorderhoofdweg heet en in deze periode was ingedeeld in 3 delen waarvan twee delen betaald parkeren. Dat was voor ons ook een onbekend fenomeen want in de jaren ervoor was dat niet en kwamen we hel weinig andere mensen tegen daar. Het
belangrijkste; we hebben enorm genoten van alles en het was een onbetaalbare trip, figuurlijk gesproken dan.
Inmiddels 14 jaren geleden is het vandaag op de dag af dat mijn pa
overleed. Dat laat nog
steeds sporen na en ik weet nog goed hoe
verdrietig ik was ondanks iedereen die meldde dat het wel goed was zo.
Natuurlijk; hij was 85 jaren geworden maar had ook die gevreesde ziekte
op gelopen waardoor hij al jaren min of meer afwezig en anders was. En
toch, dat moment dat het afscheid definitief is viel me heel zwaar. Het
besef dat je iemand nooit meer ziet noch spreekt viel als een mokerslag.
Heel heel verdrietig en ik kon mezelf niet tot bedaren brengen. Maar
ja, je kan ook niet weglopen en even ergens anders tot rust komen.
Onlangs zijn we verhuisd en onze nieuwe buurvrouw van 99 jaren vroeg,
die achternaam van jullie komt me bekend voor maar niet door mij of onze
dochter maar door pa. In die generatie toch nog
steeds een bekend persoon. En zo pa blijf ik geregeld aan je denken of
wordt herinnerd aan je. Wat je hebt betekend voor een bepaalde generatie
en hoe zij zich jou herinneren. Maar de mooiste herinnering aan jou is
het volgende; we gingen met het oude Opeltje een dag op en neer naar het
Noorden, waarom weet ik niet meer maar ik was een hele dag alleen met
je. Natuurlijk naar opa en opoe en ook naar tante Grietje. De reden van
het bezoek en waarom we met zijn tweeën waren weet ik niet meer maar je
vertelde van alles over Valthermond en je vroegere vrienden. Natuurlijk
werd er door jou over politiek gesproken en op de terugreis had ik een
eigen fles met limonade. De echt belangrijke dingen kwamen pas later en
niet tegen mij vertelt maar tegen het andere Klinkertje, een openbaring
was het. Reden ook waarom je vanuit de veenkoloniën in het Gelderse
beland was, eigenlijk, zoals het hele leven, puur toeval. Op welke reis
je nu bent, en of je op reis bent weet ik niet maar mocht het zo zijn;
alle goeds, kortom; ik mis je nog steeds. Troost vind ik altijd in een
lied van wijlen Bram Vermeulen, heel treffend en volgens mij al eens
eerder door mij gebruikt in een blog.
En als ik doodga huil maar niet Ik ben niet echt dood Moet je weten ‘T Is maar een lichaam Dat ik achterliet Dood ben ik pas Als jij me bent vergeten
En als ik doodga treur maar niet Ik ben niet echt weg Moet je weten Het is de heimwee Die ik achterliet Dood ben ik pas Als jij die bent vergeten
En als ik doodga huil maar niet Ik ben niet echt dood Moet je weten ‘T Is het verlangen Dat ik achterliet Dood ben ik pas Als jij dat bent vergeten