Het is 2e Kerstdag 2018 en mijn gedachten dwalen zoals vaak op
deze dag af naar mijn kinderjaren. In de jaren 60 en 70 was 2e Kerstdag een rit
naar het Noorden. Opoe was jarig en dus waren we daar altijd die dag.
Deze week heb ik nog even uitgelegd aan vrienden waarom de gekleurde lampjes in
onze boom een nostalgisch gevoel oproepen. Zoals wel vaker loopt deze Kerst
heel anders dan gedacht. Vorige week gehoord dat ik een kwaadaardige tumor in
de prostaat heb. Dat verandert wel je leven weer even want natuurlijk al een
kwaadaardige darmtumor overleefd en nu dit. Mogelijk komt een opgezette klier
zelfs nog van die darmkanker maar dat gaan ze nog verder onderzoeken.
Toch proberen om de Kerst zo gewoon mogelijk door te komen en dus
hebben we gegeten bij onze middelste, met zijn allen. Een beetje confronterend
was het begin waar een van kleinzoons tegen mij zegt; "opa; je gaat
misschien dood hè". Waarop ik, voor mijn doen nog redelijk adequaat
antwoord; ja jongen maar we gaan allemaal een keer. Dat was wel even een
binnenkomer; confronterender en duidelijker kan het niet. Hij heeft natuurlijk
volkomen gelijk en iemand heeft hem dat verteld maar u begrijpt; het kwam wel even
binnen zonder dat de rest van het gezelschap dat merkte. En voor mijn kleinzoon
was het een hele gewone opmerking en hij heeft gelijk natuurlijk. Of hij gelijk
krijgt; ja natuurlijk krijgt hij gelijk alleen is de vraag wanneer en dat wil
ik toch nog wel een jaar of 30 ( ik noem maar iets) uitstellen.
Behalve
een klein beetje Frans, een beetje Engels, Nederlands en redelijk Duits spreek
ik sinds deze week nog een taal; het Neder-Saksisch. 5 talig dus inmiddels en
alleen voor de laatste heb ik niet veel moeite hoeven te doen. Het Nederlands
natuurlijk wel op school en het Duits kreeg je met de paplepel in gegoten. In
een tijd dat half Nederland (het Westen) de beschikking had over 2
televisiezenders waren dat er in onze contreien 5; twee Nederlandse zenders en
drie Duitse waarvan de ARD de belangrijkste was want zaterdagavond om 18u was
het Sportschau meestal met Ernst Huberty. Kijken naar het Duitse voetbal en
eerder of later ook naar Tatort. En natuurlijk thuis ook naar alle
muziekprogramma's op de zaterdagavond voor een publiek waar ik zeker niet bij hoorde.
Nu dus die 5e taal; het Neder-Saksisch en op de scholen die ik heb bezocht was
het bezigen van wat werd genoemd "plat" ten strengste verboden.
Hooguit werd het weleens gebruikt om taal te duidden of om de grammatica te
onthouden. Dat ging, in mijn herinnering vooral op voor, wat ik hier voor het
gemak, maar de lange (ij) en korte(ei) noemen. In dialect, of plat als je het
uitspreekt als ie dan is het ij, geloof ik. Daarbuiten was het streng verboden
en moest er ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands) gesproken worden. Ben eigenlijk
wel benieuwd wat de heren ( want dat waren het vooral) leraren ervan gevonden
zouden hebben als ze geweten hadden dat het Neder-Saksisch ooit een erkende
taal zou worden. Een taal die, om met Daniel Lohues te spreken, gewoon dagelijks
taalgebruik is van Zwolle tot Emmen en van Silvolde in het suuden (Zuiden) tot
Delfziel (Delfzijl) in het Noorden. Wat zou Ede Staal ervan gevonden hebben? En
Normaal om er maar eens een paar op te noemen. Want dat dialect onderscheid ons
ook van de rest van Nederland en verbind ons weer met het Oosten ( grofweg het
NoordWesten van Duitsland). Waar in Ost-Friesland ( streek in Duitsland,
grenzend aan Nederland/Groningen) een dialect gesproken wordt die gelijk is aan
het Gronings. Geen verschil in taal, alleen als er hoog Nederlands, of in hun
geval Hoog Duits gesproken moet worden hoor je wat verschil. Nu is het
aantal mensen wat de taal spreekt en beheerst aanzienlijk aan het afnemen,
helaas wel. In de periode na de laatste oorlog in Nederland er met harde hand
uitgewerkt door onderwijzers en het Westen omdat het. Ja, omdat het wat? Omdat
het boers was? Omdat het niet handig was in en op het werk? Omdat de wereld
groter is dan het taalgebied van de Neder Saksen? Zelf ken ik nog maar een
handjevol mensen die alleen het Neder Saksisch kennen en spreken en waarbij het
bijna lachwekkend is als ze Hoog Nederlands gaan spreken. Mijn opoe kon met
veel moeite wat Nederlands uitbrengen, bijna geen scholing genoten en in
Gronings- Drentse grensstreek in die tijd was Hoog Nederlands eerder
uitzondering dan regel. De vraag en het daarmee gepaard gaande verwijt werd
terecht opgeworpen door de voorman van Boh Foi Toch; Hans Keuper, het is te
laat de Neder-Saksisch sprekers, zijn met te weinig om de taal te laten overleven.
De actie om de taal te legaliseren, of te erkennen in het Haagse jargon, komt
te laat. Volgens hem, in een interview met de Gelderlander praat nog maar 20%
van de mensen dialect en 5% van de kinderen kan het nog. Het commentaar onder
het artikel maat haarscherp duidelijk waarom het Neder-Saksisch een te late
erkenning krijgt. Commentaren;
Keuper
leeft ook in zijn verleden, onze kinderen spreken tegenwoordig al vloeiend
Engels, daar komen ze in de toekomst verder mee
wat een
gezever over taal, we wonen in Nederland, als je hier wilt wonen moet je
een taalcursus volgen en voor bijstand aantonen dat je 8 jaar onderwijs
hebt gevolgd in Nederland. Ondertussen vind elke provinciaal het uiterst
belangrijk om door middel van tongval aan te kunnen tonen uit welk gehucht
hij/zij komt... Identiteitscrisis noemen wij dat hier!
Het
ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de regionale
bestuurders van Noordoost Nederland hebben vandaag een convenant ondertekend
waarin ze afspreken samen te werken aan het behoud van de Nedersaksische taal.
Het Nedersaksisch is een volwaardig en zelfstandig onderdeel van de
taalsystematiek in Nederland en kent 7 hoofdvarianten, waaronder het Twents,
Sallands en Gronings, en heeft in Nederland naar schatting anderhalf miljoen
sprekers. “Eigen taal heeft waarde voor mensen”, vindt minister Ollongren.
“Zo bindt het Nedersaksisch mensen in de diverse regio’s: van Zwolle tot
Doetinchem, van Stellingwerf tot Almelo. Vandaag zeggen wij tegen hen: we
vinden het behoud van jullie streektaal belangrijk.” Het Nedersaksisch wordt
gesproken in Groningen, Drenthe, Overijssel, Noordoost Veluwe, de Achterhoek en
in de gemeenten Oost- en Weststellingwerf (provincie Friesland). Overheden
zullen voortaan hun inzet op de streektaal meer op elkaar afstemmen om zo van
elkaars goede voorbeelden te leren. Ook gaan de overheden kijken hoe ze samen
kunnen optrekken richting de Nedersaksisch sprekende regio’s in Noordwest
Duitsland en de Europese Unie.
Wat
u zegt, een hoop gelul in de ruimte; dat hadden ze zestig jaar geleden moeten
bedenken, voordat of de mensen uit het Oosten en Noorden van het land gingen
migreren naar het westen of emigreren naar de diverse buitenlanden. " We
vinden het behoud van jullie streektaal belangrijk", en dan moet ik met
Keuper zeggen dat de tijd voorbij is en erkenning niet veel meer zal uithalen.
Behalve bij de mensen die altijd al moeite hadden met Hoog Nederlands en nu hun
moederstaal, het Neder-Saksisch, erkend zien worden. Hebben ze het al die tijd
toch niet zo fout gehad als door onderwijzers, leraren, kantoorpersoneel, het
Westen enzovoort, wel beweerd werd.
Deze week voor het eerst van mijn leven een radiouitzending
gepresenteerd. Na het initiëren van het programma en een tijdje ondersteunt te
hebben was ik na de zomer geen onderdeel meer van het team. Als bestuurder van
de club moet je ook niet teveel in de uitvoering zitten anders heb je geen
objectieve blik meer. Nu was de vaste presentatrice verhindert en zou het
programma een week overslaan. Dat kwam me ter ore waarop ik, in samenspraak
besloot dat ik het dan maar moest doen. Als omroepbaas (haha) kun je dat zelf
beslissen dus voorbereiden, een uur radio maken. Gelukkig hadden zich gasten
aangediend en dus moest ik met twee gasten het uur gaan vullen. Met als
onderwerp Kamermuziek, en u weet er waarschijnlijk net zoveel van als uw
schrijver. Helemaal niets en dat helpt wel want zo kon ik onnozele vragen
stellen en de gasten het thema uit laten leggen. Natuurlijk had ik me wel een
beetje voorbereid en wist ik wat van de achtergronden maar onvoldoende om een
beetje intelligente vragen te stellen. De herengasten hadden muziek mee en zelf
had ik ook wat aan het onderwerp gelieerde muziek opgezocht. Zo kwam the 5th
van Beethoven langs, in een nieuwere versie en indertijd opgenomen door
Ekseption. De heren gasten een paar stukken, en u kent het programma mogelijk niet
maar we proberen ook nog zoveel mogelijk van nieuws uit de gemeente en de regio
te brengen. Ook het nieuws en nog wat muziek en een uur is voorbij gevlogen. Is
het leuk om te doen? Ja, heel leuk. Ga ik het nog vaker doen? Waarschijnlijk
niet want het vergt nogal voorbereiding; tekstjes schrijven, muziek uitzoeken,
voorbereiden op gasten, etc. Nu heb ik net besloten om per 1 januari aanstaande
af te treden als voorzitter van de stichting die de lokale omroep beheerd en
exploiteert dus ga ik geen nieuwe dingen doen en alleen in nood ben ik best
bereid het e.e.a. te doen in de presentatie. Wel ga ik nog door als producent
van Nieuw Brummens Peil; het actuele politieke programma van de zender, met een
paar presentatoren die het echt kunnen. Buitengewoon bewondering voor de manier
waarop de mannen dat doen, maar zij hebben natuurlijk een uitstekende producent
zeg ik lachend. Overigens werd het een geslaagde uitzending van de DWDD ondanks
een paar roestige momentjes. Wel kreeg ik van de technicus nog de opmerking dat
ik zelf muziek had uitgezocht terwijl voor het programma was afgesproken dat
het middle of the road muziek moest zijn. Doe ik 1 keer een uitzending en
gelijk andere muziek; zo voegde hij mij toe; "he was not amused" zei
hij met een glimlach op zijn gezicht.
Eergisteren
was het alweer vijf jaar. Een lange tijd, wat u zegt. Toch werd ik gisteren
ineens weer herinnert aan hoe het toen ging, in die tijd. De tijd dat ma ging
overlijden, want dat wisten we allemaal, en zij ook. Gisteren had ik een
leerling verpleegkundige mee en we kwamen even over collega's te spreken. Zo
kwam ik op een collega die in die tijd, vijf jaar geleden, daar werkte. In dat
pand waar mensen allemaal dood gaan. En dan komt het hele verhaal weer terug,
de acute leukemie, de val, de ambulance, de operatie en de manier waarop dat ging,
in het verpleeghuis, wat nadien kwam. Het was een rollercoaster en zeker voor
haar. Wat een indrukken in korte tijd maar toch wat een kracht had ze nog. De
kracht om te kunnen zeggen; ik kan niet meer, het houd hier op en eigenlijk;
hoewel we niet gelovig zijn geweest; ik wil naar je vader. Nooit zo
uitgesproken, in ieder geval in mijn herinnering, wel zo gevoeld. En niet Vader
maar vader want nadat hij er niet meer was en zij na twee jaar steeds zieker
werd was er niets liever wat ze had gewild. Natuurlijk waren er de goeie en
slechte dagen maar het leven zoals ze ooit gekend en waarvan ze zielsveel
hield, was weg. Verdrietig daarover maar nooit melancholisch geworden, een
vrouw die nooit veel op een school heeft kunnen leren maar wel, op haar manier,
geleerd en wijs was. Vasthield aan oude waarden maar de nieuwe niet
veroordeelde. Vijf jaar is een hele tijd, wat u zegt, maar voor mij zijn vijf
minuten, vijf maanden of vijf jaren zonder haar warmte, haar aanwezigheid nog
altijd als vijf seconden. Ze is ver weg maar ook heel dichtbij.
Rijdend
door Eerbeek centrum denk ik; het is stil. Niet dat er geen mensen zijn of dat
er kinderen maar het is gewoon stil. Geen bouwactiviteiten en geen
aanstalten ertoe. Het oude Kerstenterrein is meer een evenemententerrein
geworden waar af en toe wat gebeurd en nu is het een speelplaatsje voor
kinderen. Op de hoek waar ooit een bakker en een slager hun handel dreven en
anderen er hun geld verdienden; het staat er troosteloos bij. Het gat, net over
het spoor, waar ooit de Verfakker en Versteeg hun winkel hadden; het is nog
steeds leeg. Nu stonden op dat punt twee markante panden; de ene staat er nog
en was vroeger van Dieperink; ijsje bij Appie halen. Op de hoek van de
Kloosterstraat en de Loenenseweg; een pand waar al van alles gehuisvest heeft
gezeten; van fotograaf, dierenbenodigdheden tot een uitzendbureau. Ernaast was
voorheen een friteszaak en nadat Mei FA erin gevestigd werd altijd een Chinees
restaurant gebleven, tot voor een maand terug toen ook in Eerbeek het Chinese
restaurant van de en op de andere dag haar deuren sloot. Afwachten wat in dat deel van het grote pand gevestigd gaat worden. Het andere beeldbepalende pand
is gesloopt en op die plek ligt een weliswaar fraaie parkeerplaats, maar het
blijft wel een parkeerplaats. Niets bijzonders. Op het stationsplein is wat
geharkt en gras gezaaid maar wat daar moet gaan gebeuren blijft vooralsnog een
raadsel. Voorbij de Welkoop nog een mooi stukje Eerbeek met het pand van Koller
en het stationsgebouw, tegenwoordig van de VSM. Verder lopend inmiddels kom je
op de Sahara van Eerbeek. Een stuk van Eerbeek wat de neiging heeft tot een
echte zandverstuiving te verworden, het oude Burgersterrein, voorheen Huiskamp
en Sanders. Nu is een zandverstuiving prachtig maar midden in Eerbeek is niets
iets wat je wil. Eerbeek in zijn totaliteit is geen uithangbord om toeristen
mee te trekken naar ons fijne dorp. Dat is jammer en een zwaar gemiste
kans. Na een opknapbeurt van het Stuyvenburgplein en omgeving is
de uitkomst een plein welke je niet wil. Het is een soort van veredeld verbreed
trottoir maar een plein, nee; geen mooie piazza voor Eerbeek. En zo bestaat
Eerbeek voor een groot gedeelte uit gemiste kansen, en niemand die er iets aan
doet of het wat lijkt te kunnen schelen. Hoewel er weer wat meer Eerbekers in
de gemeenteraad zijn gekozen ligt het zwaartepunt nog lang niet bij Eerbeek.
Dat wordt wel met de mond beleden; wij gaan voor Eerbeek maar verder dan een
gemankeerd bestemmingsplan, welke nog weer gerepareerd moest worden deze zomer,
is het nog niet gekomen. Want de vlekken hebben een bestemming maar de
invulling laat lang op zich wachten. In de bestuurlijke organisatie van de
gemeente Brummen heeft VVDer Steinweg, wonende in het altijd mooie Empe, de
leiding gekregen over het project Eerbeek. Nooit in Eerbeek gewoond, geen
banden Eerbeek en daardoor staat de werkelijkheid altijd wat verder van je
af dan je zou willen, maar dat schijnt opvolgend aan zijn voorganger te moeten.
De laatste keer dat iemand, die zich met recht Eerbeker mag noemen, iets te
zeggen had over de inrichting, over de ruimtelijke ordening in Eerbeek? wordt er weer eens tijd voor; tijd voor Eerbeek Vooruit, Eerbeeks Belang, Forza
Eerbeek, Partij van de Eerbekers; ik doe maar een suggestie